bloeien, als het zuiderpark in juni..

“Mijn zus is gewoon een lui mormel, daar ken ik zo boos om worden, dan denk ik: er is niets met je aan de hand joh, ga eens even wat met je leven doen.” Als Maaike net binnen is op een gure dag, dan zie je haar oogcontact met je zoeken door de niet beslagen stukjes van haar bril.

Maaike (27) is stagiaire MMZ bij hotspot hutspot, medewerker maatschappelijke zorg. Rotterdamser hebben we ze op het moment bijna niet. Thuis zit ze tussen de zussen, die wel of niet lekker aan de toekomst aan het werken zijn en een broer die ZZP-schilder is. Maaike doet voor hem de facturen. Op haar stage komt ze aanrijden met een karakteristiek paars mormel van een autootje, wat daardoor weer heel charmant is. Haar vorige stage paste niet goed bij haar en heeft ze eigenlijk een beetje verpest door op de verkeerde manier te klagen over haar stagebegeleider. Sinds die tijd zit haar SLB-er in haar nek te hijgen en is niet snel tevreden met het werk dat Maaike levert. Ze zit in haar laatste jaar en deze stage moet nu toch echt wel even een succes worden.

Maaike moest even wortelen bij ons, voor ze ging bloeien. Probeer ook maar eens je maatschappelijk begeleidende rol te pakken als je bij ons in de keuken komt. Je kijkt eerst je ogen uit van deze bonte stoet culturen, leeftijden en karakters die hier de melodie bepalen. Toch heeft ze in overleg met de locatieleider een projectje voor haar stage gevonden. “Denzel willen we altijd al wat meer aandacht geven, dus als jij hem op sleeptouw neemt en kijkt of je hier je stage-opdrachten omheen kan bouwen…” De opdrachten van een MMZ-stagiaire, voor het begeleiden van specifieke doelgroepen, gaan kortgezegd over het begeleiden van een ‘cliënt’ en daarbij het bevorderen van vaardigheden en zelfredzaamheid op diverse gebieden van iemands leven. Haar motivatie: ”Ik wil mensen helpen. Ik denk door de dingen die ik meegemaakt heb, dat ik iets kan betekenen voor anderen.”

Voor haar project begon vertrok ze steeds stilletjes naar de spoelkeuken om daar hard te werken en zat ze in de pauze alleen met haar medestagiaire. Toen het project begon, ontpopte Maaike zich als de meest strenge juf die je je kan voorstellen, maar dit bleek niet goed te werken. Zoekend naar haar begeleidende rol bleek ze als snel de juiste snaar te hebben gevonden. Binnen een paar weken liet Maaike haar eerste werkstuk over cliënt D. zien. Haar analyse over Denzel was indrukwekkend. Denzel (15) is een uitdaging in de keuken wat betreft concentratie, toegewezen taken, telefoongebruik, geintjes maken op elk onhandig moment, spelend rondrennen, flirtgedrag. “Denzel heeft baat bij een positieve benadering.” horen we zijn school in gedachte zeggen. Maaike won binnen een paar dagen zijn vertrouwen en kreeg wél van hem te horen wie hij echt is. En geloof ons, er zijn leukere omstandigheden om in op te groeien, kwamen we door deze analyse achter. 

En het mes snijdt dus aan meerdere kanten: Denzel krijgt steeds meer de ruimte die hem toekomt, Maaike kreeg een boost in haar zelfvertrouwen (haar stage werd meteen leuker en betekenisvoller) en de chef kan elke week iets gemakkelijker de mis-en-place uitzetten. Denzel krijgt zijn plek, Maaike bloeit als het Zuiderpark in juni en de chef heeft overzicht én is minder moe aan het eind van de dag. Maaike gaat meters maken en knallen om haar opdrachten voor elke deadline op tijd in te leveren, want haar talent voor werk in de maatschappelijke richting is ons al wel duidelijk.

Bij een stagegesprek schoof er nog een teamlid van hotspot hutspot aan om mee te denken over de invulling van haar stageopdrachten, wat Maaike niet had verwacht en waarvan ze zo schrok, dat ze bijna dacht dat haar stage weer voorbij was. Maar Maaike: naast dat we erg blij met je zijn denk je toch niet dat we dat paarse autootje nu al kunnen missen?

menu week 49

deze week:

  • wortelsalade met komijn en sinaasappel geserveerd met huisgebakken brood en kruidenboter
  • winterlasagna met cavalo nero en paddestoel
  • pompoenmousse met huisgebakken kruidnoot

Zo rijk 

Beeld je het volgende even in: De meest aanstekelijke lach uit de mond van een Antiliaans-Rotterdamse schat van een vrouw.

Daarbij krijg je een glunderend gezicht, grijzend kroeshaar en een knipogende gouden tand. Laten we haar Audrey noemen. In #kleinrdam wordt nooit iemands echte naam gebruikt.

Audrey (57) is vrijwilliger-plus bij ons in de keuken. Ze geeft leiding over verschillende dagdiensten en  is trouw en voorspelbaar. Zij is in Nederland bij een grote zorginstelling vrijwilliger geweest in keuken en restaurant, totdat die kassa voor de laatste keer rinkelde en ze vriendelijk bedankt werd voor haar inzet. Hierna is Audrey bij hotspot hutspot gekomen. Dit was wel even wennen, want van een maaltijd in een kunststof bakje met drie vakjes, even ontdooien en opwarmen in de oven, werkt Audrey nu bij ons met meer verse ingrediënten dan voorheen en is kant-en-klaar verleden tijd. Met goede smaak, een prettige manier van leidinggeven en fijn kookinzicht, heeft Audrey dit moeiteloos opgepakt.

Een aanpakker, met een kneiterwarm hart. Geen ratelende kletser, maar een stille kracht die zorgt dat een mooi gerecht op tijd geserveerd kan worden.

Toch heeft Audrey eigenlijk helemaal geen instelling of organisatie nodig om voor anderen bezig te zijn. Langer dan 28 jaar geleden, want zo lang is ze nu in Nederland, ving ze het ene na het andere kind op op Curaçao. Als ouders geen geld hadden, of geen stabiele omgeving konden geven. Als ouders moesten werken, of kinderen gewoon een plek nodig hadden om gezond te eten of goed te slapen. Ze moet nog maar eens een fotoboek laten zien hoe ze dat deed en hoe gezellig vol het er bij haar thuis uitzag. Hoe ze dit betaalde is ook een raadsel, want ze heeft hier voornamelijk zelf in geïnvesteerd. Zou haar salaris van het schoonmaakwerk in hotels en haar baantje in een snackbar hier voor een groot gedeelte aan op zijn gegaan?

Toen kwam ze naar Nederland met haar zus. Het lijkt net of er een rilling over haar rug loopt, want ze weet nog hoe koud het was. Ze kende de taal helemaal niet goed, maar kwam hier al snel in contact met oude bekenden, die haar op weg hielpen. En wat ze toen ging doen ligt bijna voor de hand. Gewoon waar ze goed in is: opvangen en ondersteunen en de deur opengooien voor wie bij Audrey in haar nest weer op wil warmen. Hier een maaltijd, daar een bedje, voor haar een jasje en voor hem nieuwe schoenen en een kopje thee. Hoeveel kinderen ze ooit heeft mogen helpen, weet ze echt niet meer. Even de ouders ontlasten en waar mogelijk bijsturen.

Laatst kwam ze een van die kleintjes uit Curaçao tegen, midden in Rotterdam. Wat een flinke kerel was dat geworden. Ze had hem dus al meer dan 28 jaar geleden voor het laatst gezien, maar ze herkenden elkaar meteen. “Ook Nederlandse jongens en meisjes hoor”, zegt ze. “Een van die Nederlandse jongens gaat binnenkort trouwen.” Lachend zegt ze: ”Ik wil een kasteel vol met kinderen, dan ga ik nooit meer koken en zorg ik dat ze om de beurt voor mij zorgen.”  Een lach van Audrey en iedereen in de nabije omgeving begint mee te stralen.

Afgelopen zomervakantie kwam er een leuke jongen van een jaar of elf met haar mee om te helpen bij hotspot hutspot, haar kleinzoon. Nou ja, voor het gemak noemde ze het maar haar kleinzoon, want eigenlijk is zijn vader een zoon van haar zus. Een ander familielid kwam ooit vragen of zij zijn kind een beetje op de rit kon krijgen: “Alleen als jijzelf je best gaat doen om iets van je leven te bakken!” Was haar strenge antwoord. En dat heeft geholpen, want die neef is nu na opleidingen en verschillende baantjes als jongerenwerker aan de slag in de buurt van het Centraal Station. Zo ziet Audrey het graag. Helpen tot iemand het zelf kan en dan loslaten. Ondertussen heeft ze door wat er in de keuken gebeurt en loopt ze weg om de pan van Jason te controleren op kwaliteit en hem verder op weg te helpen.

Zonder kasteel is ze al meer dan tevreden. Haar laatste vakantie was 10 jaar geleden, naar Willemstad. Volgend jaar hoopt ze weer te gaan. Ze heeft in Rotterdam haar appartementje, haar vrijwilligerswerk en haar dochters en kleindochters in Hoogvliet. Er zit geen klontje klagen of teleurstelling in haar verhalen. ‘s Avonds kookt ze thuis voor zichzelf, maar regelmatig wordt ze in haar flat op de zevende etage bij vrienden uitgenodigd om mee te eten. Vanavond niet: ze gaat naar haar dochter om te helpen met verfwerk in huis. En morgen ook niet, want dan gaan ze met een groepje ex-vrijwilligers van de eerder genoemde zorginstelling uit eten. Regelmatig eten ze nog samen aan een tafel voor 10 personen.

Wie weet of haar kleine grote droom nog uit gaat komen: Een eethuisje. Ze zou een duwtje en wat hulp kunnen gebruiken om dit te ondernemen, maar het zou er gezellig zijn, het eten lekker en vast niet duur. Audrey is tenslotte tevreden met genoeg. Zo rijk kom je ze niet elke dag tegen.

’wow, heb ik dat gemaakt?’

“Prinses, actrice, model, turnkampioen, juffrouw, stewardess, mode-ontwerper, burgermeester, danseres” Alsof degene die het snelst en het hardst een antwoord kan roepen zijn zin krijgt, begint de ‘kinderraad’ van Heijprak te roepen wat ze later willen worden. Denara (12), Paula(11) en Belle(10) zijn de namen die ze zelf gekozen hebben om in deze #kleinrdam mee te verschijnen. We worden even onderbroken door flatbewoonster mevrouw Kuiken, die ons op een speculaasje trakteert en vol trots laat zien dat ze in het plaatselijke krantje staat. Zestig jaar geleden uit Schiedam vertrokken en daarna altijd overtuigd Heijplater gebleven. Denara wacht beleefd haar beurt af en als het krantje vrijkomt laat ze met een glimlach de achterkant zien, waar zij dan weer opstaat met haar verhaal. Een opstel dat ze op school heeft geschreven is ingescand en gepubliceerd. Met zijn drieën hebben zij er misschien wel de meeste Heijprak-uren van iedereen in de wereld op zitten. Ze komen al sinds het begin helpen met koken. Ze hebben lieve, strenge, leuke en grappige herinneringen aan voormalige locatieleiders en vrijwilligers. Bedienen vinden ze vreselijk, maar als ze na het loten aan de beurt zijn om te bedienen, doen ze dit schattig en charmant. In hun achterhoofd weten ze dan dat ze de volgende keer in de keuken mogen helpen en met een beetje geluk elkaar helemaal onder de bloem kunnen smeren. “De BBQ buiten! Die was leuk.” “Nee, nee, nee, de dance-battle, dat was veel leuker”. Na democratisch overleg komen ze met zijn drieën overeen dat het misschien toch wel het leukste is, als ze zelf een toetje mogen maken.  Als hotspot hutspot dicht is, kijken ze televisie of spelen ze buiten, maar het enthousiasme knalt opeens een stuk minder uit hun kelen. “De speeltuin is saaaai en verder is er op Heijplaat niets te doen. Vorig jaar konden we nog snoepjes gaan kopen bij meneer Koster, dan kreeg je weleens een extra snoepje gratis. Zo lief! Maar die winkel is gesloten en meneer Koster is overleden. Zo zielig!” De dametjes worden er zelf een beetje stil van. Tegenwoordig moeten ze met de bus naar Slinge om boodschappen te doen. Het is voornamelijk Denara die het woord voert, maar Paula en Belle lijken het er ontroerend mee eens te zijn. “School is saaaaai”,  doorbreekt Paula de stilte.“Ja, echt hè!”, klinkt een Rotterdams duet aan dezelfde tafel. “Er zijn dit jaar weer allemaal nieuwe meesters en juffen op school gekomen.” “Weet je hoe jullie hotspot hutspot leuker kunnen maken? Als we hier alleen koken en niet meer hoeven bedienen, dat er geen mensen komen!” Denara lijkt met haar snelheid van praten wel bang te zijn, dat er straks geen tijd meer is om alles te vertellen wat ze kwijt wil. Paula is het er niet mee eens:”Dat kan natuurlijk niet, anders koken we hier voor niets.” “Ja,” zegt Belle “want iedereen moet hier komen eten. Voor alle mensen met honger is het gratis en het is dichtbij. We willen wél kunnen rennen, maar dat mag dan meestal niet.” Voordat Belle haar zin afheeft imiteert Denara een vreemde onbekende stem: “Anders raken we zogenaamd gewond.” Je zal er dertig van in de klas hebben. Allemaal aan een tafeltje en allemaal met een mening en beweegdrang. Daar is in die saaie school vast geen tijd en ruimte genoeg voor. Als er hier in de keuken dertig van die muffins rond zouden lopen zouden ze het ook vast saai vinden en dan zouden we Robbie vast niet meer zien. Robbie (12) zit al de hele tijd aan de andere kant van de tafel op zijn mobiel, maar hij heeft alles gehoord wat er is gezegd. Met een knalgroene broek en een sjieke bril op zijn neus besloot hij dat “Robbie” hier zijn alias is geworden. De dametjes zijn de keuken weer in gejaagd, zodat Robbie rustig tijd heeft om zijn verhaal te doen. Hij is veel meer dan de jongen die al heel snel zijn diagnose benoemt. “Het betekent dat ik dingen letterlijk opvat en dat het soms druk is in mijn hoofd.” Hij is dit schooljaar op een andere school begonnen, waar hij niet meer gepest wordt. Hij is goed in NASK en biologie. “Ik zit op VMBO-T”. Hij kijkt op het scherm van zijn telefoon. Meestal doet hij een spelletje of Whatsapp. Robbie heeft 1 vriend van zijn school waar hij mee appt en hij zit ook in de groepsapp van zijn klas, maar meestal typt hij daar niets in. Hij is blij met hotspot hutspot, want anders doet hij niet veel meer dan binnenzitten of fietsen. Robbie heeft echt alles gehoord en opgeslagen van het vorige gesprek, want hij beaamt wat de dametjes ook gezegd hebben: “Op Heijplaat is te weinig voor kinderen te doen. Als ik iets kon veranderen, dan zou ik eerst een supermarkt oprichten.” Op de vraag wat hij zou veranderen in de hele wereld:”Ik zou zorgen dat de mensen minder egoïstisch werden.” Robbie weet wel ‘wat’ hij zou veranderen, maar op de ‘hoe-‘ en ‘waarom-vraag’ heeft hij geen antwoord. Hij is veel meer, dan de diagnose die hij zelf ter sprake bracht. Bij ons in de keuken zegt hij er geen last van te hebben. “Het is helemaal niet moeilijk om me hier te concentreren. Als het kan, werk ik liever alleen, dat is rustiger.” Het wordt tijd om ook dit gesprek af te ronden, want er komen gasten binnen en Robbie gaat weer helpen. We moeten het nog even hebben over trots en over ‘later als je groot bent’. Robbie denkt kort na, maar weet het dan: “Trots, toen ik zo’n toetje mocht maken met appels en peren en pitten. Dat zag er mooi uit en toen dacht ik:’wow, heb ik dat gemaakt?’ En als ik groot ben, dan ga ik mijn rijbewijs halen en emigreren.” Hij heeft nog niet over zijn bestemming nagedacht, maar na hardop afwegen komt hij in Amerika terecht. Robbie vindt dingen en weet dingen, voor het hoe en het waarom moeten we maar bij iemand anders wezen. Daar is hij niet van. Hij heeft geen idee waarom hij naar Amerika zou willen emigreren.  “Dag Robbie, veel plezier in de keuken.” Zijn mobiel gaat in zijn broekzak en na het handen wassen staat hij al snel bij het hoofdgerecht. Je zal er maar 30 van in je klas hebben. Dan zal je vast balen dat je ze niet allemaal, de hele tijd en  tegelijkertijd alle aandacht kan geven die je zou willen.

 

 In een maatschappij die maakbaar denkt te zijn

In een koekje zit zout. Je proeft niet dat het erin zit, maar je proeft het wel als het er niet in zit.

De flat lijkt wel een camping met een karig recreatieprogramma. Elke verdieping heeft zijn geheimen en gesloten deuren. Sommige deuren gaan open, andere deuren maar soms en bij een groot aantal mensen, omdat er dan iemand binnenkomt en niet omdat de bewoner nog buiten komt.

Hoe hoger je woont, hoe mooier het uitzicht. De helft van de bewoners heeft de zon in de ochtend, de andere in de middag. De zorg loopt gelukkig niet in witte jassen door de gangen, maar zijn de lieve en geduldige krachtpatsers met te weinig tijd en geld en het hart op de goede plek die de gangen levendig houden.

Het winkeltje is al een tijdje weg. Op maandagmiddag zaten de eerste spelers al klaar om half 1 op hun vaste plek voor de bingo die om 3 uur ging beginnen, maar de bingo is niet meer: het is te duur geworden om prijsjes te kopen. Twee jonge bewoners van de flat hebben dit nog een tijdje zelf kunnen organiseren, maar helaas, het werd te lastig. De sjoelclub is hierna opgericht, maar heeft minder spelers dan de bingo.

Dagelijkse wandelingetjes, af en toe een sigaretje bij de ingang van de flat. Om 12:00u zitten mevrouw Hengst en mevrouw De Jong klaar voor een warm prakkie in ons restaurant.

Met de mooie temperaturen van dit jaar zat er nog wel een groepje bewoners buiten op het terras en zag je nog eens iemand, maar daarvoor is het tegenwoordig alweer te koud. Mensen schieten langs het restaurant de lift in en uit. Een enkeling heeft een autootje, sommigen sjokken met hun wagentje een keer per dag naar de buurtsuper. Er worden een paar hondjes uitgelaten.

Om 16:00 komt Maria voor een broodje kaas, gaat dan weer naar boven om haar medicijnen in te nemen en is 16:45u weer beneden om voorafgaand aan haar avondeten “1x brood met boter” te bestellen.

Om 16:15u schuift Gerrie binnen, stipt. Wat zou Gerrie de hele dag gedaan hebben? Al minstens 10 jaar niet in de buitenlucht geweest. Vaste plek in het restaurant, tegenover Maria, die ervan verzekerd kan zijn dat Gerrie haar plek bewaakt. Maanden geleden liep Gerrie nog met een rollator, maar het schuifelen lijkt best goed te gaan. Eerst maar een “kleine jus” voor Gerrie persen.

Om 17:00u begint de groepstafel van onze 40-,50-,60ers zich te vullen. Hier wordt nooit veel gepraat, maar om 17:30u altijd wel lekker gegeten.

Om 18:00uur zitten de drie seniore vriendinnen aan tafel 13 voor een warme maaltijd. Kritisch weten deze dames wat ze wel of niet in hun eten willen. Standaard een cappuccino als toetje.

De flat met lange verdiepingen en kleine kamertjes heeft een rustig ritme in een snelle stad. Vaste patronen, waar af en toe iets verdwijnt, maar waar afgelopen jaar wel meer diversiteit is gekomen door de komst van hotspot hutspot. Dit ‘dorp’ van twaalf etages is weer een buurt van de stad geworden. ‘Buiten’ komt niet meer alleen maar binnen om te zorgen. Allerlei pluimage komt naar binnen. Google eens op Stichting Fier. Lees eens terug in de bijdrages van #kleinrdam welke bijzondere verhalen de flat in zijn gekomen. Uw komst is voor ons ‘voormalig dorp’ veel meer dan alleen een drie-gangen-menu uit onze keuken naar uw tafel. Uw komst betekent voor heel veel prachtige bewoners dat ze weer bij Rotterdam horen.

December staat voor de deur en het bezoek in de kamertjes neemt toe, voor een aantal mensen. De lichten worden gedimd en er gaan meer kaarsjes aan. De brandweer zal wel weer een paar keer moeten komen kijken waar het alarm voor is afgegaan. 

Een trouwe lezer van #kleinrdam zei laatst: ”leuk geschreven, maar het doel van het verhaal ontgaat me soms.” #kleinrdam wil de stem zijn van de gewone bijzondere rotterdammer, die niet door iedereen wordt gezien. We proeven vaak niet dat ze er zijn. Het zijn vaak geen Hollywood-verhalen met een happy end, maar wel levens met (nieuwe) lichtpuntjes. In een maatschappij die maakbaar denkt te zijn, kom je vaak alleen maar mensen tegen die het zich allemaal anders hadden voorgesteld als kind. Ze zijn er, want we zouden het proeven als ze er niet waren.

lees ze allemaal op http://www.hotspothutspot.nl/tag/kleinrdam/

menu week 46

weer lekker herfstig en warm weekmenu!

  • pompoen-tomaatsoep met chorizo (of zonder!)
  • worstenbroodje (vega of vlees) met boerenkool, geserveerd met lauwwarme spruitjes salade
  • spicy pumpkin pie met walnoot