‘Wat een mannetje joh!’

Opgeleid als timmerman, met een bijbaantje in de catering van een attractiepark en uiteindelijk als sjorder in de haven beland. Dan zet je ladingen op schepen vast en loop je met een helm op over gladde vloeren in weer en wind. Wikipedia noemt het één van de fysiek zwaarste beroepen in de haven. Dan zal je er ook wel sterk van worden, misschien ook wel mentaal.

Want mentaal sterk komt Joey (32), niet zijn eigen naam, wel over. Vrolijk, spontaan, geïnteresseerd, betrokken…. Twee maanden binnen en een betalende gast die hier in Joey zijn beginweken was komen eten zei: “Zo, die is opgebloeid, hij heeft een veel opener blik en houding gekregen sinds de vorige keer dat wij hier waren.” Het gebeurt vaker dat zelfs onze gasten de ontwikkeling van vrijwilligers opmerken.

En opgebloeid istie. Joey komt van ver, wel gewoon hier uit de stad, maar op die dag, op dat schip dat het noodlot toesloeg, hij 5 meter naar beneden viel en in het ziekenhuis kwam, kon hij nog niet voorspellen dat dat de eerste dag zou zijn van een heel ander leven dat hij zou gaan leiden. Zijn been herstelde niet meer en hij werd voor meer dan 70% arbeidsongeschikt verklaard. Uiteindelijk was zijn relatie en zijn koophuis onhoudbaar en heeft hij dit in de crisisjaren ver beneden de aanschafprijs moeten verkopen. Envelop na envelop met slecht nieuws, wat hij er niet meer bij kon hebben, stapelden die enveloppen in nare kleuren en met enge logo’s zich steeds verder op. Bleef het maar bij een berg papier, maar enveloppen hebben inhoud en op die brieven stonden natuurlijk heel vaak euro- en mintekens en dreigementen. Bewindvoering kwam als opluchting, want dan zou de situatie in ieder geval niet meer erger worden en konden gesloten enveloppen een keer per week doorgeschoven worden naar iemand die ze wel wilde openen en er niet verder geflipt van zou worden.

Thuiszitten, niksdoen, minder leren roken met minimaal weekgeld, proberen toch lekker te koken of een taart te bakken met als één van de weinige vreugdes een lief nichtje. Immuun voor contactoproepen op je telefoon of de deurbel, gewoon niet reageren of opendoen. Altijd met pijn, behalve de drie maanden, dat je die zware pijnstiller achter elkaar mag gebruiken. Slapeloze nachten, dus doorslapend de dag in, raakte Joey vervreemd van de wereld. Ook zijn wereld van dichtbij werd een wereld van ver weg.

Tot die koude woensdagochtend dat hij het restaurant komt binnengelopen. Zijn handicap nog duidelijk zichtbaar. “Kan ik hier mee komen doen?” Dan start er altijd wel een gesprek van wie ben je en waar wil je naartoe. Het verhaal kwam er redelijk vlot uit met uiteindelijk de conclusie dat een eigen eetzaak toch wel een stille droom was. Afstandelijk in de eerste weken en steeds maar aan het wegen of die lui bij hotspot hutspot wel te vertrouwen zijn, zegt hij na twee weken:”die eerste middag dat jij mij zat te pushen om sneller klaar te zijn, dacht ik ‘Wat een mannetje joh!’ Ik was toen bijna weggegaan en nooit meer teruggekomen, maar dat bleek later toch allemaal wel mee te vallen.”

In week drie gedraagt hij zich al als mede-eigenaar van de zaak en spreekt al zijn collega’s aan het eind van een dienst bestraffend toe: ”Wij kunnen veel efficiënter werken en als iedereen zijn eigen zooi opruimt, dan werkt het voor iedereen veel prettiger, tot morgen!”  Zijn ‘nieuwe collega’s kijken wel een beetje verbaasd, maar iedereen slikt het, want Joey heeft gelijk. In de weken die volgen zit de ene vriend na de andere en uiteindelijk zijn moeder, zus plus partner en lief, vrolijk nichtje bij ons in het restaurant. Ze verwonderen zich, zijn trots op hun Joey, die ze de afgelopen jaren hebben zien wegkwijnen en zich nu met reuzestappen terugvecht en aan zichzelf laat zien wie hij wel is, alsof hij het zelf ook vergeten was. Als zijn gasten het eten maar moeilijk kunnen betalen en ze dit uit de voorraad gedoneerde maaltijden krijgen, is Joey trots en dankbaar dat hij hier deel van uitmaakt.

Leuk met meehelpende  kinderen, goed met collega’s en met zijn timmermansoog binnen een paar weken al 2 dagen laminaat wezen leggen bij een andere vrijwilliger in een deel van de stad, waar hij eigenlijk liever niet komt. Hij lacht en hij zingt en neemt een handje fruit mee om zijn ijsmachine thuis uit te proberen, om de andere dag binnen te wandelen en iedereen op passievruchtenijs te trakteren. Mooie taartjes, nette gerechten, keukeninzicht, kritisch en gewoon ook nog eens een fijne gast om om je heen te hebben. In zijn tweede week ziek naar huis gegaan, want dit dag- en nacht- en werkritme was hij al een tijdje niet meer gewend, lijkt hij nu sterker dan ooit sinds die ene laatste dag in de haven. Een logische volgende stap zou nu een koksopleiding zijn, om dichter bij zijn eettent te komen. Van een stageplaats is hij hier al verzekerd.

Ooit in een fysiek zwaar beroep, staat hier nu een mentaal sterke Joey, die het zich vaak allemaal anders had voorgesteld, maar allerminst uitstraalt dat hij een slachtoffer is. Hij is opgebloeid en staat al voor starttijd met zijn kokskleren aan in de keuken. De keuken was eigenlijk vol toen hij als vrijwilligers aangenomen werd voor 1 dag in de week. “Maakt me niet uit of er morgen genoeg te doen is, ik kom gewoon toch, want anders zit ik thuis niets te doen en dat wil ik vanaf nu zo weinig mogelijk meer doen.”

geef hotspot hutspot lucht voor meer mooie verhalen :https://www.whydonate.nl/fundraising/doneer-lucht-aan-het-eind-van-je-geld-een-stuk-maand-tekort/nl

puzzelstukjes


Alle puzzelstukjes moeten dagelijks weer gelegd worden. Kinderen uit bed, de oudste naar school met de taxi, overleggen met je man over het dagschema. Afspraken checken, want je bril is kapot, die moet je even wegbrengen, je hebt een afspraak over je uitkering, je moet nog boodschappen doen, je vader op Curaçao nog even bellen om te vragen hoe het met oom is, nadat hij vorige week was gevallen, oppas regelen voor de jongste en op tijd bij hotspot hutspot zijn.

Maira (31), niet haar eigen naam, is een drukke tante. Regelmatig een paar minuten te laat, omdat ze moest pushen om het puzzelstukje vervoer gepast te krijgen. Haar man was nog even weg met de auto en hij nam zijn telefoon niet op.

Met het topje van haar vinger schuift ze haar bril weer iets terug op haar neus. Ze staat geconcentreerd alle smaken en bereidingen aan de bieten uit te voeren die straks nodig zijn voor het voorgerecht. Ze vergeet weleens de tijd en vergeet weleens tijdig om hulp te vragen, maar als ze het gerecht in haar hoofd heeft en het grotere plaatje overziet, dan tovert ze als een machine identieke gerechten op onze tegels die exacte kopieën zijn van de maandagavond-voorbeeldfoto, maar “welke klojo heeft gisteren niet goed opgeschreven op de sticker op dit bakje in de koeling welke bereiding deze kroten al hebben gehad?” Haar systeem moet kloppen, dat werkt het fijnst.

Vorig jaar leken alle stukjes niet meer lekker aan elkaar te puzzelen: Alles zat tegen. Eigen gezondheid van haar en haar man <ook een fijne vrijwilliger bij ons geweest, totdat zijn oogdruk teveel protesteerde>,  gedoe met de uitkering, familiezaken op de antillen die voor spanning en heimwee zorgden en nog wat zaakjes. Ze zat even niet meer lekker in haar vel, was ook in de keuken wat stiller en thuis was het dus ook soms minder gezellig, maar Maira lijkt zich nu weer helemaal teruggeknokt te hebben.

Ze is al anderhalf jaar een trouw kokkie in ons restaurant en is steeds meer de mevrouw aan het worden, die ze verdient te zijn. Haar ogen stonden niet recht in de kassen en daar is ze laatst aan geholpen. Wow! Wat een verbluffend resultaat en wat een handicap als je eerste indruk bij mensen altijd met je ogen te maken hebben. Te vaak voelde ze zich niet serieus genomen. Achter die kijkers zat altijd al die pientere dromer met MBO niveau 4-papieren op zak, maar nu klopt ook haar eerste indruk. Nu is ze ook maar even in deeltijd haar opleiding tot zelfstandig werkend kok gestart, en vertelt wekelijks trots wat ze allemaal leert en hoe interessant ze dit allemaal vind.

Ze werkt toe naar een droom: Een enkele reis met haar gezin naar Willemstad en dan haar eigen hotspot hutspot Curaçao openen. De opleiding en de ervaring in Rotterdam, zijn allemaal puzzelstukjes, om goed voorbereid de definitieve oversteek te maken terug naar haar geboortegrond, waar nog zoveel familie woont en waar ze zoveel contact mee heeft via haar telefoon. Vorige zomer was ze daar. Toen ze terugkwam hebben de Antiliaanse lollies nog weken door het restaurant gezworven. Ze was op tijd terug om haar hotspotcollega te verrassen met een zelfgebakken taart op haar verjaardag, die ze in het weekend om niet naar de andere kant van de stad ging brengen. Regelmatig laat ze trots foto’s zien van haar familie en haar eiland. Daar rijdt ze wel auto hoor, hier niet, daar is haar paradijs.

Nu gaat ze bij ons weg. Nog niet naar Curaçao, nog niet naar huis, maar tussendoor heeft ze een nieuwe puzzel te klaren. Een hele mooie. Als het contract klopt, ze voldoende uren krijgt en meer gaat verdienen, dan ze doet met een uitkering en een kleine hotspot hutspotvergoeding, dan stroomt ze door naar een commercieel restaurant uit ons netwerk. Eindelijk van die vervelende uitkering af. Niks lekker makkelijk, die uitkering. Een blok aan haar been, met veel gezeur en gedoe en een aantasting van haar ego. Maira wil serieus genomen worden en met alle puzzelstukjes van afgelopen tijd op de juiste plek, begint er al een heel fijn plaatje zichtbaar te worden.

ik voel dat ik er eigenlijk niet ben

Bennie (40)
Versierd onder de tatoeages lukt het hem eigenlijk niet om superstoer te blijven als je hem leert kennen. Als zijn mond opengaat sta je opeens met een hele zachte, beleefde, aardige jongen te praten.

Opgegroeid in Crooswijk, woont Bennie (40), niet zijn echte naam, nu met 2 hondjes 3 hoog achter in een appartement in Rubroek. Anders dan hij zijn toekomst als kind had voorgesteld, heeft hij de tikken die het leven kan hebben, wel ontvangen. Wie niet tegenwoordig? Maar Bennie zijn verhaal aanhorend, is het weer net of er iemand venijnig in het velletje van je hart knijpt.
Van baantje naar baantje kwam hij een paar jaar geleden in een keuken van een zorginstelling terecht, tot het daar niet meer ging en hij door psychoses thuis kwam te zitten. Opnames, therapieën, zoeken naar de juiste medicatie, begeleiding, schulden, bewindvoering. Een rugzak wordt een koffer met wielen, om alles met je mee te zeulen. Maar Bennie hoefde niets mee te zeulen, want hij bleef thuis. Er was voor het ongemak ook nog maar even straat- en smetvrees bij hem ontwikkeld. Een huishouden van drie: Bennie met twee schattige hondjes, die je eerder bij de koningin van Engeland zou denken, dan bij hem. De enige die wekelijks een keertje over de vloer kwamen, waren zijn moeder en zijn begeleider. Door smetvrees geen dichtgeslibde mancave, maar ook niet het paradijs, waar hij ooit van droomde.

Stapje voor stapje, met vallen, opstaan en weer terugglijden leeft hij nu van een schamel bedrag per week, aangevuld met boodschappen en reststromen die hotspot hutspot in natura aan hem geeft, zodat elke kleine verdienste niet rechtstreeks verdwijnt in de gulzige mond van de bewindvoering.

Met een eigen dikke bult, moet je op de blaren zitten, denk je misschien met papieren getallen in de krant. Mensen die de maatschappij geld kosten, bla bla bla, hard aanpakken. Maar hoeveel mensen strijden er gewoon niet tegen de waanzin in hun eigen hoofd, die ze niet onder controle krijgen.

Bennie durfde niet meer groot te dromen, maar wat een wonder, dat hij opeens op een zonnige dag in de tuin van het restaurant zat te wachten op een intakegesprek bij hotspot hutspot, nadat hij zich had aangemeld als vrijwilliger, maanden geleden. Straatvrees was nog aanwezig, maar hij durfde nu al wel voorzichtig op een paar honderd meter van zijn huis te komen. Van “spiegozers” (psychoses) had hij al langer geen last meer gehad. De intake had geen maand later moeten zijn, want dan was zijn sterke moment misschien alweer voorbij geweest. “Dromen over de toekomst? Eerst maar es kijken of ik dit vrijwilligerswerk een paar weken volhou…”

Zie Bennie nu eens gaan, drie dagen in de week, 4 uur per dag en vanaf deze week 5 uur per dag, omdat hij zijn grenzen wil verleggen. Dit was een jaar geleden ondenkbaar. De ene week zegt hij: “laat mij maar in mijn eentje in een hoekje een personeelsmaaltijd in elkaar frotten, want ik voel dat ik er eigenlijk niet ben”, om uiteindelijk toch weer helemaal opgeladen naar huis te gaan. De andere dag wil hij samen met een collega en een binnengewandelde tiener zijn passie gooien in een artistiek voorgerecht. Hij maakt contact met mensen en culturen, die hij nooit zou zijn tegengekomen en verstopt weleens een steranijs en een kaneelstaaf in een appeltaart. Hij kwam erachter dat hij niet eens degene was die de meeste medicijnen op een dag gebruikt.

Hij lacht, hij komt zijn hart luchten, slaapt weer eens slecht en was afgelopen jaar een maand uit ons systeem voor opnames en onderzoeken. Dan kan hij opeens niet komen, omdat hij ook de honden van zijn moeder te logeren heeft en kan hij thuis niet weg, anders blaffen ze de buurt bij elkaar. Het is moeilijker ‘nee’ zeggen tegen je eigen moedertje, dan tegen je werk. Maar Bennie wil helemaal niet thuiszitten, dat weten wij en wij zijn het “bedrijfsleven” niet, dus het is goed zo. Maanden geleden liet hij dit niet eens weten en tegenwoordig communiceert hij erover.
Hij bezit zijn eigen bijzonder normale positie in de keuken van Hotspot Hutspot, waarin hij zich veilig voelt en zijn omgeving vertrouwt. Hij schrikt er soms achteraf van met hoeveel mensen hij eigenlijk vrij gemakkelijk een praatje maakte en hoe gemakkelijk hij zijn voorgerecht bij onbekende mensen serveerde. “Kan ik nog een vleessie mee naar huis nemen? Ik krijg mensen op visite.”

Verfrommeld als hij vorig jaar was, is hij allang niet meer als je goed kijkt. “Kleine stappies…”, zoals hij het zelf zegt. Grote stap, denken wij. Binnenkort maar weer eens vragen, of er al wat dromen door de wegtrekkende mist zichtbaar zijn geworden.

geef hotspot hutspot lucht! https://www.whydonate.nl/…/doneer-lucht-aan-het-eind-van…/nl

gewoon gewoon

“Ik wil me nergens mee bemoeien hoor, maar ik heb een beetje het idee dat de linzensoep verbrand is…”, komt ze voorzichtig melden. De chef reageert met een mix van glimlacherij en verzuchting en gaat in de keuken kijken waar Enita met de soep staat te stoeien. Gelukkig bemoeit Janna zich wel met de voortgang in de keuken en kijkt altijd verder dan haar eigen mes lang is.

Janna (58), niet haar echte naam, is een fijn mens. Met een vriendin kwam ze in april ons restaurant binnenstappen. Ze zat veel te veel thuis en wilde na het overlijden van haar echtgenoot weer onder de mensen komen en wat te doen hebben. Een fijn huis met een grote tuin, een dochter met een auto en lekker een keer per week bij hotspot hutspot in de keuken. In het begin vroeg ze alles, vond ze veel raar en had altijd wel ideeën hoe er gemakkelijker gewerkt kon worden. Een prima thuiskok die in onze keuken ook kwaliteit wil leveren.

“Moet ik dan één derde eidooier extra toevoegen?” Vroeg ze eens bij het omrekenen van een recept naar een ander aantal personen. “Een scheutje, hoe veel is dat dan?” Geef Janna maar milliliters en grammen om mee te werken.

Ze kent inmiddels alle hoekjes en gaatjes in de levendige keuken en wordt al vaker ingezet om nieuwere mensen op sleeptouw te nemen. Af en toe heeft ze helemaal geen zin in een praatje en gaat ze lekker aardappels schillen in een hoekje, hoe meer hoe beter: “gewoon lekker bezig zijn”.

Vandaag was ze aan Otto gekoppeld, ook natuurlijk niet zijn echte naam, om hem mee te nemen in het hoofdgerecht. Toen ze dit hoorde gingen haar ogen, bijna onmerkbaar, een millimeter meer open: “Okeeeej…. Ik zet hem wel lekker aan de rasp”, antwoordde ze serieus toen de taken verdeeld werden. Otto kostte haar vorige keer veel uitleg-energie en Janna zag de bui alweer hangen, maar ze heeft hem prima aan het werk gekregen zonder dat hij haar om de haverklap ‘logische’ dingen vraagt.

“Ik vind het hier leuk hoor, maar er moet wel wat te doen zijn. Vorige week waren er een keer wat minder gasten en was het recept eenvoudig. De mis-en-place hadden we al snel klaar en toen was er niet veel meer te doen.”

Janna vindt bij hotspot hutspot een plek, buiten haar eigen kring, waar ze even weg is van haar veranderde leven. Even geen ‘goedbedoelde’ adviezen waar ze niets mee kan, even wat zorgen loslaten, even lekker haar verhaal kwijt, even lekker roeren, snijden en bakken. ’s Avonds gaat ze dan opgeladen weer naar huis en heeft in en om huis nog genoeg te doen.

Toen we een keer met alle vrijwilligers gingen klimmen in het Kralingse Bos wilde ze niet de boom in, maar kwam wel, drie kwartier op de fiets, om haar aandeel van het team te zijn.

De linzensoep kon vandaag gered worden en Janna doet haar ding. Gewoon top, gewoon lief, gewoon gewoon, gewoon bijzonder.

bloeien, als het zuiderpark in juni..

“Mijn zus is gewoon een lui mormel, daar ken ik zo boos om worden, dan denk ik: er is niets met je aan de hand joh, ga eens even wat met je leven doen.” Als Maaike net binnen is op een gure dag, dan zie je haar oogcontact met je zoeken door de niet beslagen stukjes van haar bril.

Maaike (27) is stagiaire MMZ bij hotspot hutspot, medewerker maatschappelijke zorg. Rotterdamser hebben we ze op het moment bijna niet. Thuis zit ze tussen de zussen, die wel of niet lekker aan de toekomst aan het werken zijn en een broer die ZZP-schilder is. Maaike doet voor hem de facturen. Op haar stage komt ze aanrijden met een karakteristiek paars mormel van een autootje, wat daardoor weer heel charmant is. Haar vorige stage paste niet goed bij haar en heeft ze eigenlijk een beetje verpest door op de verkeerde manier te klagen over haar stagebegeleider. Sinds die tijd zit haar SLB-er in haar nek te hijgen en is niet snel tevreden met het werk dat Maaike levert. Ze zit in haar laatste jaar en deze stage moet nu toch echt wel even een succes worden.

Maaike moest even wortelen bij ons, voor ze ging bloeien. Probeer ook maar eens je maatschappelijk begeleidende rol te pakken als je bij ons in de keuken komt. Je kijkt eerst je ogen uit van deze bonte stoet culturen, leeftijden en karakters die hier de melodie bepalen. Toch heeft ze in overleg met de locatieleider een projectje voor haar stage gevonden. “Denzel willen we altijd al wat meer aandacht geven, dus als jij hem op sleeptouw neemt en kijkt of je hier je stage-opdrachten omheen kan bouwen…” De opdrachten van een MMZ-stagiaire, voor het begeleiden van specifieke doelgroepen, gaan kortgezegd over het begeleiden van een ‘cliënt’ en daarbij het bevorderen van vaardigheden en zelfredzaamheid op diverse gebieden van iemands leven. Haar motivatie: ”Ik wil mensen helpen. Ik denk door de dingen die ik meegemaakt heb, dat ik iets kan betekenen voor anderen.”

Voor haar project begon vertrok ze steeds stilletjes naar de spoelkeuken om daar hard te werken en zat ze in de pauze alleen met haar medestagiaire. Toen het project begon, ontpopte Maaike zich als de meest strenge juf die je je kan voorstellen, maar dit bleek niet goed te werken. Zoekend naar haar begeleidende rol bleek ze als snel de juiste snaar te hebben gevonden. Binnen een paar weken liet Maaike haar eerste werkstuk over cliënt D. zien. Haar analyse over Denzel was indrukwekkend. Denzel (15) is een uitdaging in de keuken wat betreft concentratie, toegewezen taken, telefoongebruik, geintjes maken op elk onhandig moment, spelend rondrennen, flirtgedrag. “Denzel heeft baat bij een positieve benadering.” horen we zijn school in gedachte zeggen. Maaike won binnen een paar dagen zijn vertrouwen en kreeg wél van hem te horen wie hij echt is. En geloof ons, er zijn leukere omstandigheden om in op te groeien, kwamen we door deze analyse achter. 

En het mes snijdt dus aan meerdere kanten: Denzel krijgt steeds meer de ruimte die hem toekomt, Maaike kreeg een boost in haar zelfvertrouwen (haar stage werd meteen leuker en betekenisvoller) en de chef kan elke week iets gemakkelijker de mis-en-place uitzetten. Denzel krijgt zijn plek, Maaike bloeit als het Zuiderpark in juni en de chef heeft overzicht én is minder moe aan het eind van de dag. Maaike gaat meters maken en knallen om haar opdrachten voor elke deadline op tijd in te leveren, want haar talent voor werk in de maatschappelijke richting is ons al wel duidelijk.

Bij een stagegesprek schoof er nog een teamlid van hotspot hutspot aan om mee te denken over de invulling van haar stageopdrachten, wat Maaike niet had verwacht en waarvan ze zo schrok, dat ze bijna dacht dat haar stage weer voorbij was. Maar Maaike: naast dat we erg blij met je zijn denk je toch niet dat we dat paarse autootje nu al kunnen missen?

Zo rijk 

Beeld je het volgende even in: De meest aanstekelijke lach uit de mond van een Antiliaans-Rotterdamse schat van een vrouw.

Daarbij krijg je een glunderend gezicht, grijzend kroeshaar en een knipogende gouden tand. Laten we haar Audrey noemen. In #kleinrdam wordt nooit iemands echte naam gebruikt.

Audrey (57) is vrijwilliger-plus bij ons in de keuken. Ze geeft leiding over verschillende dagdiensten en  is trouw en voorspelbaar. Zij is in Nederland bij een grote zorginstelling vrijwilliger geweest in keuken en restaurant, totdat die kassa voor de laatste keer rinkelde en ze vriendelijk bedankt werd voor haar inzet. Hierna is Audrey bij hotspot hutspot gekomen. Dit was wel even wennen, want van een maaltijd in een kunststof bakje met drie vakjes, even ontdooien en opwarmen in de oven, werkt Audrey nu bij ons met meer verse ingrediënten dan voorheen en is kant-en-klaar verleden tijd. Met goede smaak, een prettige manier van leidinggeven en fijn kookinzicht, heeft Audrey dit moeiteloos opgepakt.

Een aanpakker, met een kneiterwarm hart. Geen ratelende kletser, maar een stille kracht die zorgt dat een mooi gerecht op tijd geserveerd kan worden.

Toch heeft Audrey eigenlijk helemaal geen instelling of organisatie nodig om voor anderen bezig te zijn. Langer dan 28 jaar geleden, want zo lang is ze nu in Nederland, ving ze het ene na het andere kind op op Curaçao. Als ouders geen geld hadden, of geen stabiele omgeving konden geven. Als ouders moesten werken, of kinderen gewoon een plek nodig hadden om gezond te eten of goed te slapen. Ze moet nog maar eens een fotoboek laten zien hoe ze dat deed en hoe gezellig vol het er bij haar thuis uitzag. Hoe ze dit betaalde is ook een raadsel, want ze heeft hier voornamelijk zelf in geïnvesteerd. Zou haar salaris van het schoonmaakwerk in hotels en haar baantje in een snackbar hier voor een groot gedeelte aan op zijn gegaan?

Toen kwam ze naar Nederland met haar zus. Het lijkt net of er een rilling over haar rug loopt, want ze weet nog hoe koud het was. Ze kende de taal helemaal niet goed, maar kwam hier al snel in contact met oude bekenden, die haar op weg hielpen. En wat ze toen ging doen ligt bijna voor de hand. Gewoon waar ze goed in is: opvangen en ondersteunen en de deur opengooien voor wie bij Audrey in haar nest weer op wil warmen. Hier een maaltijd, daar een bedje, voor haar een jasje en voor hem nieuwe schoenen en een kopje thee. Hoeveel kinderen ze ooit heeft mogen helpen, weet ze echt niet meer. Even de ouders ontlasten en waar mogelijk bijsturen.

Laatst kwam ze een van die kleintjes uit Curaçao tegen, midden in Rotterdam. Wat een flinke kerel was dat geworden. Ze had hem dus al meer dan 28 jaar geleden voor het laatst gezien, maar ze herkenden elkaar meteen. “Ook Nederlandse jongens en meisjes hoor”, zegt ze. “Een van die Nederlandse jongens gaat binnenkort trouwen.” Lachend zegt ze: ”Ik wil een kasteel vol met kinderen, dan ga ik nooit meer koken en zorg ik dat ze om de beurt voor mij zorgen.”  Een lach van Audrey en iedereen in de nabije omgeving begint mee te stralen.

Afgelopen zomervakantie kwam er een leuke jongen van een jaar of elf met haar mee om te helpen bij hotspot hutspot, haar kleinzoon. Nou ja, voor het gemak noemde ze het maar haar kleinzoon, want eigenlijk is zijn vader een zoon van haar zus. Een ander familielid kwam ooit vragen of zij zijn kind een beetje op de rit kon krijgen: “Alleen als jijzelf je best gaat doen om iets van je leven te bakken!” Was haar strenge antwoord. En dat heeft geholpen, want die neef is nu na opleidingen en verschillende baantjes als jongerenwerker aan de slag in de buurt van het Centraal Station. Zo ziet Audrey het graag. Helpen tot iemand het zelf kan en dan loslaten. Ondertussen heeft ze door wat er in de keuken gebeurt en loopt ze weg om de pan van Jason te controleren op kwaliteit en hem verder op weg te helpen.

Zonder kasteel is ze al meer dan tevreden. Haar laatste vakantie was 10 jaar geleden, naar Willemstad. Volgend jaar hoopt ze weer te gaan. Ze heeft in Rotterdam haar appartementje, haar vrijwilligerswerk en haar dochters en kleindochters in Hoogvliet. Er zit geen klontje klagen of teleurstelling in haar verhalen. ‘s Avonds kookt ze thuis voor zichzelf, maar regelmatig wordt ze in haar flat op de zevende etage bij vrienden uitgenodigd om mee te eten. Vanavond niet: ze gaat naar haar dochter om te helpen met verfwerk in huis. En morgen ook niet, want dan gaan ze met een groepje ex-vrijwilligers van de eerder genoemde zorginstelling uit eten. Regelmatig eten ze nog samen aan een tafel voor 10 personen.

Wie weet of haar kleine grote droom nog uit gaat komen: Een eethuisje. Ze zou een duwtje en wat hulp kunnen gebruiken om dit te ondernemen, maar het zou er gezellig zijn, het eten lekker en vast niet duur. Audrey is tenslotte tevreden met genoeg. Zo rijk kom je ze niet elke dag tegen.

’wow, heb ik dat gemaakt?’

“Prinses, actrice, model, turnkampioen, juffrouw, stewardess, mode-ontwerper, burgermeester, danseres” Alsof degene die het snelst en het hardst een antwoord kan roepen zijn zin krijgt, begint de ‘kinderraad’ van Heijprak te roepen wat ze later willen worden. Denara (12), Paula(11) en Belle(10) zijn de namen die ze zelf gekozen hebben om in deze #kleinrdam mee te verschijnen. We worden even onderbroken door flatbewoonster mevrouw Kuiken, die ons op een speculaasje trakteert en vol trots laat zien dat ze in het plaatselijke krantje staat. Zestig jaar geleden uit Schiedam vertrokken en daarna altijd overtuigd Heijplater gebleven. Denara wacht beleefd haar beurt af en als het krantje vrijkomt laat ze met een glimlach de achterkant zien, waar zij dan weer opstaat met haar verhaal. Een opstel dat ze op school heeft geschreven is ingescand en gepubliceerd. Met zijn drieën hebben zij er misschien wel de meeste Heijprak-uren van iedereen in de wereld op zitten. Ze komen al sinds het begin helpen met koken. Ze hebben lieve, strenge, leuke en grappige herinneringen aan voormalige locatieleiders en vrijwilligers. Bedienen vinden ze vreselijk, maar als ze na het loten aan de beurt zijn om te bedienen, doen ze dit schattig en charmant. In hun achterhoofd weten ze dan dat ze de volgende keer in de keuken mogen helpen en met een beetje geluk elkaar helemaal onder de bloem kunnen smeren. “De BBQ buiten! Die was leuk.” “Nee, nee, nee, de dance-battle, dat was veel leuker”. Na democratisch overleg komen ze met zijn drieën overeen dat het misschien toch wel het leukste is, als ze zelf een toetje mogen maken.  Als hotspot hutspot dicht is, kijken ze televisie of spelen ze buiten, maar het enthousiasme knalt opeens een stuk minder uit hun kelen. “De speeltuin is saaaai en verder is er op Heijplaat niets te doen. Vorig jaar konden we nog snoepjes gaan kopen bij meneer Koster, dan kreeg je weleens een extra snoepje gratis. Zo lief! Maar die winkel is gesloten en meneer Koster is overleden. Zo zielig!” De dametjes worden er zelf een beetje stil van. Tegenwoordig moeten ze met de bus naar Slinge om boodschappen te doen. Het is voornamelijk Denara die het woord voert, maar Paula en Belle lijken het er ontroerend mee eens te zijn. “School is saaaaai”,  doorbreekt Paula de stilte.“Ja, echt hè!”, klinkt een Rotterdams duet aan dezelfde tafel. “Er zijn dit jaar weer allemaal nieuwe meesters en juffen op school gekomen.” “Weet je hoe jullie hotspot hutspot leuker kunnen maken? Als we hier alleen koken en niet meer hoeven bedienen, dat er geen mensen komen!” Denara lijkt met haar snelheid van praten wel bang te zijn, dat er straks geen tijd meer is om alles te vertellen wat ze kwijt wil. Paula is het er niet mee eens:”Dat kan natuurlijk niet, anders koken we hier voor niets.” “Ja,” zegt Belle “want iedereen moet hier komen eten. Voor alle mensen met honger is het gratis en het is dichtbij. We willen wél kunnen rennen, maar dat mag dan meestal niet.” Voordat Belle haar zin afheeft imiteert Denara een vreemde onbekende stem: “Anders raken we zogenaamd gewond.” Je zal er dertig van in de klas hebben. Allemaal aan een tafeltje en allemaal met een mening en beweegdrang. Daar is in die saaie school vast geen tijd en ruimte genoeg voor. Als er hier in de keuken dertig van die muffins rond zouden lopen zouden ze het ook vast saai vinden en dan zouden we Robbie vast niet meer zien. Robbie (12) zit al de hele tijd aan de andere kant van de tafel op zijn mobiel, maar hij heeft alles gehoord wat er is gezegd. Met een knalgroene broek en een sjieke bril op zijn neus besloot hij dat “Robbie” hier zijn alias is geworden. De dametjes zijn de keuken weer in gejaagd, zodat Robbie rustig tijd heeft om zijn verhaal te doen. Hij is veel meer dan de jongen die al heel snel zijn diagnose benoemt. “Het betekent dat ik dingen letterlijk opvat en dat het soms druk is in mijn hoofd.” Hij is dit schooljaar op een andere school begonnen, waar hij niet meer gepest wordt. Hij is goed in NASK en biologie. “Ik zit op VMBO-T”. Hij kijkt op het scherm van zijn telefoon. Meestal doet hij een spelletje of Whatsapp. Robbie heeft 1 vriend van zijn school waar hij mee appt en hij zit ook in de groepsapp van zijn klas, maar meestal typt hij daar niets in. Hij is blij met hotspot hutspot, want anders doet hij niet veel meer dan binnenzitten of fietsen. Robbie heeft echt alles gehoord en opgeslagen van het vorige gesprek, want hij beaamt wat de dametjes ook gezegd hebben: “Op Heijplaat is te weinig voor kinderen te doen. Als ik iets kon veranderen, dan zou ik eerst een supermarkt oprichten.” Op de vraag wat hij zou veranderen in de hele wereld:”Ik zou zorgen dat de mensen minder egoïstisch werden.” Robbie weet wel ‘wat’ hij zou veranderen, maar op de ‘hoe-‘ en ‘waarom-vraag’ heeft hij geen antwoord. Hij is veel meer, dan de diagnose die hij zelf ter sprake bracht. Bij ons in de keuken zegt hij er geen last van te hebben. “Het is helemaal niet moeilijk om me hier te concentreren. Als het kan, werk ik liever alleen, dat is rustiger.” Het wordt tijd om ook dit gesprek af te ronden, want er komen gasten binnen en Robbie gaat weer helpen. We moeten het nog even hebben over trots en over ‘later als je groot bent’. Robbie denkt kort na, maar weet het dan: “Trots, toen ik zo’n toetje mocht maken met appels en peren en pitten. Dat zag er mooi uit en toen dacht ik:’wow, heb ik dat gemaakt?’ En als ik groot ben, dan ga ik mijn rijbewijs halen en emigreren.” Hij heeft nog niet over zijn bestemming nagedacht, maar na hardop afwegen komt hij in Amerika terecht. Robbie vindt dingen en weet dingen, voor het hoe en het waarom moeten we maar bij iemand anders wezen. Daar is hij niet van. Hij heeft geen idee waarom hij naar Amerika zou willen emigreren.  “Dag Robbie, veel plezier in de keuken.” Zijn mobiel gaat in zijn broekzak en na het handen wassen staat hij al snel bij het hoofdgerecht. Je zal er maar 30 van in je klas hebben. Dan zal je vast balen dat je ze niet allemaal, de hele tijd en  tegelijkertijd alle aandacht kan geven die je zou willen.

 

 In een maatschappij die maakbaar denkt te zijn

In een koekje zit zout. Je proeft niet dat het erin zit, maar je proeft het wel als het er niet in zit.

De flat lijkt wel een camping met een karig recreatieprogramma. Elke verdieping heeft zijn geheimen en gesloten deuren. Sommige deuren gaan open, andere deuren maar soms en bij een groot aantal mensen, omdat er dan iemand binnenkomt en niet omdat de bewoner nog buiten komt.

Hoe hoger je woont, hoe mooier het uitzicht. De helft van de bewoners heeft de zon in de ochtend, de andere in de middag. De zorg loopt gelukkig niet in witte jassen door de gangen, maar zijn de lieve en geduldige krachtpatsers met te weinig tijd en geld en het hart op de goede plek die de gangen levendig houden.

Het winkeltje is al een tijdje weg. Op maandagmiddag zaten de eerste spelers al klaar om half 1 op hun vaste plek voor de bingo die om 3 uur ging beginnen, maar de bingo is niet meer: het is te duur geworden om prijsjes te kopen. Twee jonge bewoners van de flat hebben dit nog een tijdje zelf kunnen organiseren, maar helaas, het werd te lastig. De sjoelclub is hierna opgericht, maar heeft minder spelers dan de bingo.

Dagelijkse wandelingetjes, af en toe een sigaretje bij de ingang van de flat. Om 12:00u zitten mevrouw Hengst en mevrouw De Jong klaar voor een warm prakkie in ons restaurant.

Met de mooie temperaturen van dit jaar zat er nog wel een groepje bewoners buiten op het terras en zag je nog eens iemand, maar daarvoor is het tegenwoordig alweer te koud. Mensen schieten langs het restaurant de lift in en uit. Een enkeling heeft een autootje, sommigen sjokken met hun wagentje een keer per dag naar de buurtsuper. Er worden een paar hondjes uitgelaten.

Om 16:00 komt Maria voor een broodje kaas, gaat dan weer naar boven om haar medicijnen in te nemen en is 16:45u weer beneden om voorafgaand aan haar avondeten “1x brood met boter” te bestellen.

Om 16:15u schuift Gerrie binnen, stipt. Wat zou Gerrie de hele dag gedaan hebben? Al minstens 10 jaar niet in de buitenlucht geweest. Vaste plek in het restaurant, tegenover Maria, die ervan verzekerd kan zijn dat Gerrie haar plek bewaakt. Maanden geleden liep Gerrie nog met een rollator, maar het schuifelen lijkt best goed te gaan. Eerst maar een “kleine jus” voor Gerrie persen.

Om 17:00u begint de groepstafel van onze 40-,50-,60ers zich te vullen. Hier wordt nooit veel gepraat, maar om 17:30u altijd wel lekker gegeten.

Om 18:00uur zitten de drie seniore vriendinnen aan tafel 13 voor een warme maaltijd. Kritisch weten deze dames wat ze wel of niet in hun eten willen. Standaard een cappuccino als toetje.

De flat met lange verdiepingen en kleine kamertjes heeft een rustig ritme in een snelle stad. Vaste patronen, waar af en toe iets verdwijnt, maar waar afgelopen jaar wel meer diversiteit is gekomen door de komst van hotspot hutspot. Dit ‘dorp’ van twaalf etages is weer een buurt van de stad geworden. ‘Buiten’ komt niet meer alleen maar binnen om te zorgen. Allerlei pluimage komt naar binnen. Google eens op Stichting Fier. Lees eens terug in de bijdrages van #kleinrdam welke bijzondere verhalen de flat in zijn gekomen. Uw komst is voor ons ‘voormalig dorp’ veel meer dan alleen een drie-gangen-menu uit onze keuken naar uw tafel. Uw komst betekent voor heel veel prachtige bewoners dat ze weer bij Rotterdam horen.

December staat voor de deur en het bezoek in de kamertjes neemt toe, voor een aantal mensen. De lichten worden gedimd en er gaan meer kaarsjes aan. De brandweer zal wel weer een paar keer moeten komen kijken waar het alarm voor is afgegaan. 

Een trouwe lezer van #kleinrdam zei laatst: ”leuk geschreven, maar het doel van het verhaal ontgaat me soms.” #kleinrdam wil de stem zijn van de gewone bijzondere rotterdammer, die niet door iedereen wordt gezien. We proeven vaak niet dat ze er zijn. Het zijn vaak geen Hollywood-verhalen met een happy end, maar wel levens met (nieuwe) lichtpuntjes. In een maatschappij die maakbaar denkt te zijn, kom je vaak alleen maar mensen tegen die het zich allemaal anders hadden voorgesteld als kind. Ze zijn er, want we zouden het proeven als ze er niet waren.

lees ze allemaal op http://www.hotspothutspot.nl/tag/kleinrdam/

We zijn er allemaal één…

Met baard, zonder baard. Met bril, zonder bril. Altijd een kaal hoofd, altijd enthousiast, soms tijdens een hele maaltijd op zijn telefoon en altijd glutenvrij. Bijna langer dan iedereen die wekelijks in dit restaurant komt, zit Rolf toch wel 3 keer per maand te eten in ons restaurant. Soms 2 keer per week hetzelfde menu, maar met andere tafelgenoten. Soms met z’n tweeën, soms met z’n vieren. Vaak met z’n zessen en een enkele keer met 7 personen. Komt hij met groot gevolg, dan is dit met ‘de kookclub’, die te weinig tijd had om zelf te koken. Leuke groep, lief voor de kinderen, motiverend voor het personeel en als het nodig is kritisch tegen de chef. De enkele keer dat Rolf er zelf niet bij is, is hij toch degene die de reservering maakt.

Rolf, niet zijn eigen naam, is een prettige Rotterdammer met een warm hart. Hij zal een jaar of 55 zijn en docent van pubers op een ROC in een technische richting. Hij moet, met zijn manier van contact maken met mensen, ongetwijfeld goed liggen bij de meeste van zijn studenten.

Na wat doorpraten blijkt hij zich, een aantal jaar geleden, positief bemoeid te hebben met de komst van deze hotspot hutspot-locatie, toen hij deel uitmaakte van het wijkorgaan.

Elke keer dat een vaste gast weer komt eten, is het alsof ze een handje puzzelstukjes over zichzelf meebrengen. We zijn echt geen stalkers, maar leren mensen graag kennen. Rolf heeft er met deze informatie voor gezorgd dat de randen nu af zijn.

”Ik ga verhuizen!” “Echt niet!” “Ja hoor, maar ik blijf hier eten hoor!” Met die mededeling is Rolf een aantal maanden geleden weggetrokken uit de wijk en in een randgemeente gaan wonen. Zijn tijd in de stad zat erop en hij heeft met zijn partner een nieuw huis gekocht.

Als iemand verhuist, dan weet je dat het anders zal worden. Voor ons gelukkig niet. Rolf komt nog net zo vaak als anders de kachel een graadje hoger zetten. Het keukenteam weet inmiddels precies wat het betekent als Rolf binnenkomt: Geen bloem, geen pasta, geen kruisbesmetting, nog vaker je handen wassen en we mogen een creatief gezond desert bedenken. Geregeld is het nagerecht een finale van het weekmenu waar wel een paar gluutjes in zitten, dus dan zoeken we voor Rolf naar een smaakvolle oplossing. 

“Is hij er ook één, denk je?” vraagt opeens een jonge vrijwilliger in de keuken. “We zijn er allemaal één…”, antwoordt iemand droog. We besluiten het respectvol en met een goede timing te vragen: Hij is er één en de jonge vrijwilliger heeft meteen ook een openhartig verhaal. 

Zij zijn er twee. Er volgt een mooi gesprek over ‘zijn wie je bent’ en daar is tegenwoordig nog steeds niet overal plek voor. Soms moet je verhuizen en soms kan je dit op je werk of op school niet vertellen, omdat de omgeving er niet goed mee kan omgaan. Altijd weer die dekselse omgeving. Er zijn zojuist twee puzzels tegen elkaar aangeschoven en alle randen liggen nog wat steviger door wat kleurrijke verbindingsstukjes.

De kookclub had het laatst aan tafel over gouwe-ouwe-muziek en Abba en Rick Astley kwamen voorbij. De introtune van tv-serie Cheers had ook niet misstaan in dat gesprek: “…you want to go where everybody knows your name”.  Vaker horen we in restaurants van hotspot hutspot dat mensen er een gevoel van een huiskamer krijgen. We zijn er trots op dat we plekken hebben waar jong en oud, in alle vormen, kleuren en smaken zich veilig en thuis voelen.

Ons laatste glutenvrije desert voor Rolf waren mooie plakken grapefruit in een beetje bruine suiker gebakken. Daarover slagroom met een drizzle van honing. We zullen volgende keer de grapefruit beter laten afkoelen voordat de slagroom erover gaat, want die smolt en de tegel werd een klein beetje een zooitje. Gelukkig is Rolf een tevreden en dankbaar mens en vond hij het wel lekker.

lees er hier meer: http://www.hotspothutspot.nl/tag/kleinrdam/

“Het is niet makkelijk hoor op Zuid om positief te zijn…”

Boxershort, korte broek, trainingsbroek en spijkerbroek aan. Nette sneakers, een trainingsjasje van een grote Europese voetbalclub en een klein tasje schuin om de nek. Rico, niet zijn echte naam, is wel een beetje een baas. Hij zou zomaar 21 kunnen zijn, maar hij is 16. Examenjaar basis-kader op een nieuwe school.

Je zou achter dat altijd vriendelijke gezicht niet verwachten dat hij door een geweldsincident een nieuwe school heeft moeten zoeken. Een positief gezicht waar geen wantrouwen of agressie op te bespeuren valt. Elke, soms onnozele, vraag wordt op zijn minst ondersteund door een ietwat sullige glimlach. Hoe groot moet het verschil in werelden zijn (geweest) waar Rico in leeft. School, thuis, straat en nu ook Hotspot Hutspot. 

Opgegroeid in West en op Zuid: “Ik was 7 of 8, toen maakte ik voor het eerst een steekpartij mee, maar ik besefte niet wat dat was, dus het deed me niets. Maar de wereld klopt eigenlijk niet. Terrorisme? Ik weet echt niet wat ik er van denken moet.”

Rico weet wat er te halen valt, hoe lang hij er voor nodig heeft om het te regelen en hoeveel iets kost. Hij lijkt het allemaal al wel gezien te hebben: wapens, drugs, diefstal, snel geld. Gezien dus! Aan de erge dingen heeft hij nooit meegedaan, maar een fiets op straat is toch eigenlijk van iedereen. Buiten, in zijn wereld.

Hij vertelt over een paar zaakjes waar hij nooit mee in de problemen is gekomen en schrikt van een gemene suggestieve vraag. Met grote open ogen en zijn mond open kijkt hij op en zegt niets. Hij lijkt het liefst uit die wereld weg te blijven. Hij schetst een beeld van zichzelf dat ook helemaal niet bij de Rico die wij kennen past.

“Het is niet makkelijk hoor op Zuid om positief te zijn, je weet niet wie je kan vertrouwen.” Je ziet hem nadenken over de vraag of hij rolmodellen of goede voorbeelden heeft in zijn leven. Hij komt er niet uit.

“Vroeger wilde ik alleen maar voetballen, lachen, alles. Nu wil ik mij focussen op school en muziek maken. Ik wil positief zijn en mijn downkanten laten verdwijnen.” Rico vertelt over zijn schoolwissel, hoe hij zich in het nauw gedreven voelde en niet geleerd had op een andere manier te reageren. Hij zou het zo weer doen in dezelfde situatie, maar heeft er wel van gebaald. Hij wil zijn moeder dit allemaal niet aandoen. Zijn rapteksten zijn voor een groot gedeelte ook negatief van aard, maar daar wil hij verandering in brengen, het woord positief valt wederom.

Hoe komt zo’n jongen als jij bij hotspot hutspot terecht? “Via mijn broer zijn stage. Hij heeft mij meegenomen en toen ben ik gebleven. Het is hier positief, ik heb altijd zin om te gaan.” Het woord ‘positief’ valt weer.

Wij zien Rico graag komen. Vaak op tijd, geen sneltrein en we zien hem nog niet meteen een kookboek schrijven, maar hij geniet, heeft lol, klaagt amper en we kunnen hard om hem lachen. Onze keukencowboy: met twee schoonmaaksprays gewapend valt hij de afzuigkap aan. Als een logge diesel voert hij zijn opdrachten (uiteindelijk) echt wel uit. Als je goed kijkt, is hij veel minder lui en ongeïnteresseerd dan je zou denken.

Succes met je examenjaar Rico, we hebben genoeg rustige plekken in het restaurant om te gaan zitten leren, als je dat nodig hebt. Je bent welkom en kunnen jouw vrolijkheid goed gebruiken. Als alles klopt wat je zegt, snap dan, dat jij een positief voorbeeld voor anderen kunt zijn. 

meer verhalen hiero: http://www.hotspothutspot.nl/tag/kleinrdam/