“Ja, de president!”

Opgeleid als leraar Engels in één van de brandhaarden in deze wereld, werkt hij nu alweer een paar maanden, drie keer in de week in ons restaurant. Trouw, nederig, altijd vrolijk, beleefd en steeds zelfstandiger. In het begin kon hij nog geen pan met water vullen zonder te vragen hoe dit moest, tegenwoordig staat hij met zijn vertaal-app ernaast zelfstandig een heel gerecht te bereiden. Laten we hem Gijs noemen.

Z’n vrouw en kinderen waren ooit vooruit gereisd, waardoor hij, toen hij in Nederland aankwam, zich snel bij hun kon aansluiten in hun appartementje op Zuid.

Afgekeurd om een slechte rug is Gijs bij hotspot hutspot komen aanwaaien. Regelmatig staat hij tijdens het werk geleund zijn pijn te onderdrukken. Of zit hij ergens vijf minuten gehurkt. Veel non-verbale communicatie <een hand op de onderrug en een zucht> en een groeiend Nederlands vocabulair: ”Het gaat, over twee minuten”.

Inmiddels heeft hij de lef om door te vragen als hij iets niet begrijpt, want in het begin leverde dit weleens spannende momenten op in het restaurant. “Begrijp je het?” “Jaja”, bleek dan weleens “neenee” te hebben betekend en moest er a la seconde nog een pan rijst ergens tevoorschijn worden getoverd. Trots moet hij regelmatig eerst nog een foto maken, voordat een gerecht bij een gast terecht komt.

Nog een paar maanden en Gijs kwam in aanmerking voor een Nederlandse nationaliteit. “Of er wilde dieren in zijn geboorteland zijn”, werd een keer aan de personeelstafel gevraagd: “Ja, de president!” zei hij toen lachend.

En toen kwam die dag in Rotterdam, dat er een te grote schep zout in zijn soep kwam: Ruzie thuis. Hij weet nog steeds niet waarom eigenlijk, maar hij kon wel zijn spullen pakken en op zoek naar een slaapplek. Na een paar dagen bij vrienden is hij bij een nachtopvang terecht gekomen. Eigenlijk moet elke lezer nu even een adempauze laten vallen. Ga rustig even de hond uitlaten voor je verder leest en bedenk dan ondertussen wat dit voor je zou betekenen.

Geholpen door een jurist leert Gijs er nu een heleboel woorden bij. Hij heeft in rap tempo een heleboel ambtelijke taal en woorden als:”nee, misschien, geduld, helaas” geleerd.

Terwijl hij nu ’s avonds voor 10 uur binnen moet zijn om één van de 12 bedden op slaapzaal 6b te kunnen beslapen, blijft hij ondertussen heel veel leuke foto’s en positieve smilies op social media-kanalen plaatsen. Heel even dachten we dat we hem konden helpen, door ergens een kleine kamer, een plek voor hem zelf te regelen, in ruil voor zijn vrijwilligersvergoeding. Een beetje huisraad zou ook gemakkelijk te regelen zijn geweest. Maar dan zou zijn urgentieverklaring ongeldig worden, waarmee hij hopelijk zo snel mogelijk op zijn eigen plek zou kunnen herstarten, dan zou hij eindelijk zijn dochtertjes weer kunnen ontvangen. 

“Ze zijn hier in de nachtopvang dronken en gebruiken drugs en er is elke week wel een paar keer politie, ik blijf uit de problemen hoor, ik heb al genoeg aan mijn hoofd.” Trouw, nederig, altijd vrolijk, beleefd en steeds zelfstandiger. Hier worden we stil van bij hotspot hutspot en doet ons verlangen naar een hotspot hutspot hotel.

Wij zijn blij met Gijs, wat een fijn mens. Hij is bij ons welkom zo lang als hij bij ons zijn hotspot vindt. We blijven zoeken naar manieren om hier en daar wat extra schuim op zijn cappuccino te schenken.

Gijs: als je straks een eigen plek hebt, er staat al een oude xbox met spellen en een spiegel voor je klaar, die zijn mensen laatst komen brengen voor hergebruik.